Onuitvoerbaar pensioenakkoord

Arme volksvertegenwoordigers, zij moeten straks beslissen over een onuitvoerbaar pensioenakkoord… Waarom staan pensioenadviseurs, juristen en vermogensbeheerders niet op en roepen zij niet hardop wat ze in achterkamertjes beamen, namelijk dat de pensioenen omhoog kunnen? Kafkaëks gepolder verhindert eenvoudige oplossingen.

Franz Kafka

Franz Kafka’s werk kenmerkt zich door de onwil van een bureaucratische hogere macht tegenover de machteloze burger in zijn strijd tegen een misstand met grote individuele gevolgen. Dit is het ‘proces’, niet toevallig ook de titel van één van Kafka’s meesterwerken, dat in ons land met de pensioenen plaatsvindt. Een relatief eenvoudige en snelle oplossing wordt stelselmatig ondergedompeld in verhullende complicaties en het onzekere en onduidelijke langetermijnperspectief van een nieuw pensioenstelsel.

niet kwaadaardig

Sinds de kredietcrisis in 2009 hebben vele pensioenfondsen hun pensioenen niet meer kunnen indexeren. Dat lag in het begin aan de sterk gedaalde waarde van aandelen, vastgoed en obligaties. Toen de markten zich weer herstelden bleken afgesproken rekenregels indexatie te verbieden.

Was dat de kwaadaardige bedoeling van deze rekenregels? Zeker niet. Maar het is duidelijk dat de effecten van de knellende regels rond het wel of niet indexeren indertijd verkeerd zijn ingeschat door de wetgever en zijn raadgevers. Pensioenfondsen moeten hun toekomstige rendementen inschatten met behulp van gecorrigeerde marktrentes, samengevat onder de noemer ‘rekenrente’. Dat is bij wet zo bepaald.

En die rekenrente ligt veel lager dan de lange termijnrendementen die pensioenfondsen (en andere grote beleggers) daadwerkelijk maken. Dit jaar kunnen een aantal van die pensioenfondsen eindelijk weer indexeren omdat de rekenregels tijdelijk verzacht zijn. De indexatie van veelal ongeveer 3 procent blijft wel ver achter bij de inflatie van ongeveer 10 procent.

verdampt pensioen

Deelnemers aan pensioenregelingen verliezen zo in één jaar ongeveer 7 procent aan koopkracht, voor de rest van hun leven. In de voorgaande twaalf jaar hebben de deelnemers in die fondsen al zo’n 20 procent aan koopkracht verloren, voor de rest van hun leven. Dat is samen bijna 30 procent, bijna een derde van hun pensioen is verdampt.

Dat treft niet alleen de gepensioneerden, die het nu elke dag in hun portemonnee voelen, het treft ook de nog niet gepensioneerde deelnemers, die het in de toekomst in hun portemonnee voelen. Het gaat om gigantische bedragen aan verloren koopkracht voor miljoenen gepensioneerden en voor nog meer toekomstige gepensioneerden.

En dat is allemaal niet nodig omdat de werkelijke rendementen van pensioenfondsen structureel hoger zijn dan die afgesproken rekenrente. Waarom worden de rekenregels dan niet aangepast? Waarom volharden de wetgever en DNB in een systeem dat de mensen niet teruggeeft waar zij recht op hebben? Waarom ‘verdwijnt’ 30 procent opgebouwd pensioen?

De rekenregels zijn tijdelijk verzacht, vooruitlopend op een nieuw pensioenstelsel dat in 2027 geïmplementeerd moet zijn. Dan zijn die rekenregels niet meer nodig en kan er eerder geïndexeerd gaan worden. Maar daarmee is die 30 procent verdampt pensioen voor miljoenen deelnemers niet teruggegeven. Die miljarden zitten in de buffers van het nieuwe pensioenstelsel.

administratie niet op orde

Steeds meer deskundigen waarschuwen dat het nieuwe pensioenstelsel zo enorm complex is dat zelfs zij niet alle finesses meer doorzien. Arme volksvertegenwoordigers die hier dadelijk over moeten beslissen.

Tegelijkertijd wordt er ook steeds vaker gewaarschuwd voor problemen bij de pensioenuitvoerders. Hun pensioenadministraties blijken niet altijd op orde en zijn daarmee een groot gevaar voor de transitie naar dat nieuwe pensioenstelsel. Het nieuwe pensioenstelsel wordt dan ook steeds vaker gekwalificeerd als onuitvoerbaar.

Daar komt nog bij dat de schattingen van de hoeveelheid fte’s die bij de pensioenuitvoerders nodig zijn voor de implementatie (het gaat om de transitie van meer dan twintig miljoen pensioenadministraties), zodanig hoog oplopen dat er ook grote twijfel is of de planning van 2027 wel gehaald kan worden. En dat staat nog los van de enorme kostenpost die dit alles met zich mee zal brengen.

onnodig ingewikkeld

En het is allemaal onnodig. Die rekenregels kunnen simpel aangepast worden aan de realiteit. Waarom moet het moeilijk als het makkelijk kan? Waarom staan de pensioenadviseurs, de actuarissen, de juristen en de vermogensbeheerders niet op en roepen zij luidkeels wat zij in achterkamertjes beamen?

Daar komt Kafka om de hoek kijken. Er is in ons land sprake van een bureaucratische pensioenpolder die verantwoordelijk is voor het bereikte nieuwe pensioenakkoord. In die polder acteren te veel partijen die tevreden gesteld moeten worden en te veel tegelijk willen: én de indexatieproblematiek oplossen (deelnemers), én de pensioenstelsels harmoniseren binnen de EU (politici), én bevriezing van de AOW-leeftijd op 67 jaar (vakbonden), én afschaffing van de bijstortverplichtingen (werkgevers).

De cultuur binnen die polder wordt gekenmerkt door ons-kent-ons, belangenverstrengeling en groepsdenken dat zelfkritiek in de weg staat. Er is een voorkeur voor complexe oplossingen (waarom simpel als het ook moeilijk kan) en modellen die prevaleren boven de belangen van mensen, uitgedacht door een keur van deskundigen die aan complexiteit en modellen hun brood verdienen. Zij zijn het die ons parlement over dat nieuwe pensioenstelsel informeren.

En zij hebben allemaal zo hun redenen om bij lastige vragen en kritiek weg te duiken in de polder van het groepsdenken. En om de vragenstellers machteloos aan de kant te laten staan. Wat rest is die ene cruciale vraag: ‘Waarom wordt een simpele aanpassing van de rekenrente afgewezen ten faveure van een onbetaalbare implementatie van een onuitvoerbaar nieuw pensioenstelsel?’ Antwoord: ‘Kafka in de pensioenpolder.’

10 augustus 2022, Theo Pols en Frank Winnubst, gepubliceerd in De Volkskrant online